In dit artikel vertalen we 20 mooie Hadith naar het Nederlands. Deze hadith zijn geselecteerd om inzicht te geven in het islamitische geloof en om moslims te inspireren. We hopen dat je ze met plezier leest!
1. “Moge Allah tevreden met hem zijn”
Op gezag van Aboe Hoerairah (moge Allah tevreden met hem zijn), die gezegd heeft, dat de Boodschapper van Allah (sallalahoe alaihi wa sallam): Toen Allah het bevel tot de schepping gaf, deed Hij een plechtige belofte door in Zijn boek dat bij Hem is te schrijven: Mijn genade zal over mijn rechtvaardigheid zegevieren. (Moslim en Bukhari)
2. “Als Ik nog iets in bezit had, zou Ik het niet achterwege laten dat ook te geven”
Abu Saied al-Khudri (radiya Allahoe ´anh) heeft overgeleverd dat enige mensen van de Ansaar bij de heilige de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) kwamen en Hem vroegen hen iets te geven. Hij voorzag ze ruimschoots in hun behoeften. Zij vroegen weer en Hij gaf weer, totdat Hij alles had gegeven wat Hij had. Daarna zei Hij (sallallahoe aleihi wa sallam) tegen de mensen: “Als Ik nog iets in bezit had, zou Ik het niet achterwege laten dat ook te geven. Iemand die zichzelf zuiver houdt (door niet te bedelen), zal door Allah (soebhanahoe wa ta´ala) zuiver gehouden worden, hij die in zijn eigen behoeften wil voorzien, zal daar door Allah (soebhanahoe wa ta´ala) voorzien worden, en Allah (soebhanahoe wa ta´ala) zal het geduld doen toenemen van hem die geduldig is. En niemand heeft een betere en veelomvattender gunst ontvangen dan geduld.”
(Bukhari en Moslim)
3. “Elke goede handeling is liefdadigheid.”
Djabir (radiya Allahoe ´anh) heeft overgeleverd dat de heilige de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) zei: “Elke goede handeling is liefdadigheid.”
(Bukhari)
4) Djabir (radiya Allahoe ´anh) heeft overgeleverd dat de heilige de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) zei: Als een moslim een boom plant, wordt alles wat ervan gegeten wordt tot zijn liefdadigheid gerekend. Wat ervan gestolen wordt, is liefdadigheid en wat eradiya allahoe ´anhn onttrokken wordt, is liefdadigheid.”
(Moslim)
5) Aisjah (radiya Allahoe ´anh) heeft overgeleverd dat de heilige de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) heeft gezegd: “Iedereen is geschapen met 360 gewrichten. Dus wie van U Allah (soebhanahoe wa ta´ala) Grootheid bevestigt Hem prijst, Zijn ייnheid bevestigt, Zijn heiligheid aanroept, om Zijn vergiffenis smeekt, een steen, doorn of bot van de weg verwijdert die regelmatig door mensen gebruikt wordt en het goede aanbeveelt en het kwaad verbiedt, tot 360 maal toe, heeft daarmee zichzelf van het hellevuur gered.” (Moslim)
6) Abu Hurayra (radiya Allahoe ´anh) heeft overgeleverd dat de heilige de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) zei: “Geloof (Imaan) heeft meer dan 70 – facetten, waarvan de hoogste (uiting) is te zeggen: ‘Er is geen god dan Allah (soebhanahoe wa ta´ala) , en de minste is het verwijderen van een obstakeI van de weg dat mensen hindert. En schaamte komt voort uit geloof.”
(Bukhari en Moslim)
7) Abu Hurayra (radiya Allahoe ´anh) heeft overgeleverd dat de heilige de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) zei: “0 moslimvrouw, laat geen buur-(vrouw) zich ervan weerhouden haar buurvrouw ook maar een geitensoepbeen te schenken.”
(Bukhari en Moslim)
8) Abu Hurayra (radiya Allahoe ´anh) vertelde dat hij de heilige de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) het volgende heeft horen zeggen: “Allah (soebhanahoe wa ta´ala) wenste onder de Beni Israiel drie mensen te testen: een melaatse, een kale en een blinde. Hij stuurde een engel naar hen. De engel kwam bij de melaatse en vroeg hem: ‘Wat zou u het liefst willen?’ Hij antwoordde: ‘Een goede kleur, een goede huid en kwijt te raken waar de mensen mij voor schuwen.’ De engel streek over hem en de aandoening verliet de man, hij had weer een goede kleur en een goede huid. Hij vroeg hem wat hij in eigendom zou willen hebben, de man antwoordde: ‘Kamelen’. Hem werd een vrouwtjeskameel gegeven die tien maanden drachtig was; en de engel zei: ‘Moge Allah (soebhanahoe wa ta´ala) het voor u zegenen.’
Hierop kwam de engel bij de kale man en vroeg hem: ‘Wat zou u het liefst willen?’ Hij antwoordde: ‘Mooi haar en de verwijdering van dat waardoor mensen mij schuwen.’ De engel streek over hem en zijn aandoening verdween en hij kreeg mooi haar. Hierop vroeg hij hem: ‘Wat voor eigendom zou u het liefst willen?’ Hij antwoordde: dat hij graag vee wilde, dus werd hem een drachtige koe gegeven. De engel uitte de wens dat Allah (soebhanahoe wa ta´ala) het zou zegenen.
Hierop kwam de engel bij de blinde man en vroeg hem: ‘Wat zou u het liefst willen?’ Hij antwoordde: ‘Dat Allah (soebhanahoe wa ta´ala) mij mijn gezichtvermogen zou teruggeven zodat ik weer mensen kan zien.’ De engel radiya allahoe ´anhkte hem aan en Allah (soebhanahoe wa ta´ala) gaf de man zijn gezichtvermogen terug. Hij vroeg toen wat voor eigendom de man wilde hebben en de man antwoordde dat hij schapen wilde, dus werd hem een drachtige ooi gegeven. De dieren vermenigvuldigden zich snel en al gauw had een van hen een vallei met kamelen,.de ander een vallei met runderen en de derde een vallei met schapen.
De engel ging in de vermomming van de man die vroeger melaats was en zei tegen hem: ‘Ik ben een arme man en mijn financiכle middelen zijn tijdens mijn reis uitgeput geradiya allahoe ´anhkt en of ik op mijn bestemming aankom hangt van Allah (soebhanahoe wa ta´ala) af en van jou, dus ik vradiya allahoe ´anhg jou in de naam van Degene Die jou die goede kleur, die mooie huid en grote rijkdom heeft gegeven om een kameel zodat ik het einddoel van mijn reis kan bereiken.’ Maar hij antwoordde: ‘Ik heb zo veel verplichtingen.’ De engel zei: ‘Ik geloof dat ik je herken. Was jij niet die melaatse die door de mensen gemeden werd en toen door Allah (soebhanahoe wa ta´ala) rijk gemaakt werd?’ De man zei: ‘Mijn rijkdom wordt al generaties lang van vader op zoon overgeכrfd.’ De engel zei: ‘ Als Je liegt, moge Allah (soebhanahoe wa ta´ala) je dan in de toestand terugbrengen waarin je was.’
Daarna ging hij naar de man die kaal was geweest in zijn vroegere kleding, en zei het zelfde tegen hem als hij tegen de melaatse gezegd had en hij kreeg een antwoord zoals hij van de melaatse gekregen had. Tegen deze zei hij ook: ‘Als je liegt, moge Allah (soebhanahoe wa ta´ala) je dan in de toestand terugbrengen waarin je was.’
Toen ging de engel naar de blinde, verkleed zoals die vroeger gekleed was en hij zei: ‘Ik ben een arme man en mijn financiכle middelen zijn tijdens mijn reis uitgeput geradiya allahoe ´anhkt en of ik op mijn bestemming aankom hangt af van Allah (soebhanahoe wa ta´ala) en van jou, dus ik vradiya allahoe ´anhg jou, in naam van Degene die jou je gezichtsvermogen teruggegeven heeft om een schaap dat me misschien helpt mijn reis te voltooien.
De man zei: ‘Ik was werkelijk blind en Allah (soebhanahoe wa ta´ala) heeft mij mijn gezichtvermogen teruggegeven. Neem wat je wenst en Iaat over wat je wenst. Ik zweer bij Allah (soebhanahoe wa ta´ala) dat ik je vandaag niet zal hinderen te nemen wat je ook wenst te nemen in naam van Allah, de Machtige en Schone.’ Hij zei: ‘Houd je eigendom, want je bent alleen maar op de proef gesteld, en Allah (soebhanahoe wa ta´ala) is tevreden met je en Zijn toorn rust op je twee kameraden.”
(Bukhari en Moslim)
9) Sjaddaad ibn Aws heeft overgeleverd dat de heilige de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) gezegd heeft: “Een wijs mens is iemand die zichzelf kritisch bekijkt en zich onthoudt van wat schadelijk is en die werkt aan datgene waarmee hij na zijn dood geconfronteerd wordt. Een dom mens is iemand die zijn dierlijke lusten de vrije loop Iaat en Allah (soebhanahoe wa ta´ala) om de vervulling van zijn ijdele verlangens vraagt.”
(Tirmidhi)
10) Omar ibn Khattaab beeft overgeleverd dat de heilige de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) zei: “Een ieder van jullie die zijn Wudu (wassing) zorgvuldig doet en daarna zegt: Asj-hadu an-Iaa ilaaha illal-laahu wah-dahuu laa sjariekalahuu wa asj-badu anna mohammadan ‘abdohoe wa rasoeloehoe (*), zal alle 8 poorten van bet Paradijs voor hem geopend vinden en hij kan binnentreden door welke hij wil.” (Moslim) Opm. Wudu is het nemen van een kleine rituele wassing voor het gebed en het reciteren van de heilige Qur’aan, maar ook tijdens het dagelijkse leven wenst men rein te zijn.
(*)’Ik getuig dat er geen god is dan Allah, de Enige, heeft geen deelgenoten; en ik getuig dat Muharnmad Zijn Dienaar en Boodschapper is’. Tirmidhi voegt aan de smeekbede toe: Allaahum-madj ‘alnie minat-tawwa-biena; wadj- ‘alnie minal mutahhirien.3 3) ‘0, Allah, maak mij ייn van de berouwvollen en maak, mij ייn van degenen die zich reinigen.’ Men kan deze smeekbede opzeggen na de Wudu, maar vooral na de Ghusl (grote wassing).
(Tirmidhi)
11) Abu Hurayra (radiya Allahoe ´anh) overleverde dat de heilige de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) zei: “Wanneer een moslim de wassing voor het gebed verricht en zijn gezicht met water wast, worden de zonden van zijn ogen gewassen door het water dat van zijn gezicht druipt. En als hij zijn handen wast, worden de zonden die hij daarmee beging, weggewassen door het water dat eraf loopt, en als hij zijn voeten wast, reinigt het water dat erover stroomt alle zonden waar hij naartoe is gelopen, en zo reinigt hij zich van al zijn zonden.” (Moslim)
12) Abu Hurayra (radiya Allahoe ´anh) heeft overgeleverd dat de de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) zei: “Voor hem die ’s morgens of ’s avonds naar de Moskee loopt, heeft Allah (soebhanahoe wa ta´ala) het goede in voorbereiding in het Paradijs, bij elke stap die hij zet.”
(Bukhari en Moslim)
13) Djabir heeft overgeleverd dat de Bani Salimah besloot dichter bij de Moskee te gaan wonen. Toen hij dit vernam, zei de de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) tegen hen: “Ik heb gehoord dat jullie van plan zijn dichter bij de Moskee te komen wonen.” Zij Zeiden: “Dat is waar, O Boodschapper van Allah, dat zijn we van plan.” Hij (sallallahoe aleihi wa sallam) zei: “Bani Salimah, blijf in uw huizen, jullie voetafdrukken staan genoteerd.” (Moslim) Een andere versie voegt hier aan toe: “Met elke stap die jullie zetten in de richting van de Moskee verhoogt zich jullie gradiya allahoe ´anhd (van geloof).” Abu Musa (radiya Allahoe ´anh) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (sallallahoe aleihi wa sallam) zei: “Wie de twee gebeden van de koelten (*) bewust verricht, zal het Paradijs binnengaan.”
(*) ‘Koelten’ dat wil zeggen de gebeden van de dageradiya allahoe ´anhd (al- Fadjr) en de nacht (al-‘lsjaa).
(Bukhari & Muslim)
14) Abu Musa heeft overgeleverd dat de de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) zei: “Wanneer een dienaar van Allah (soebhanahoe wa ta´ala) ziek wordt of op reis gaat, ontvangt hij de verdienste van wat hij gewoonlijk deed toen hij gezond was of thuis bleef.”
(Bukhari)
15) Salmaan al ransl (radiya Allahoe ´anh) heeft overgeleverd dat de de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) heeft gezegd: “Wie op de dag van het vrijdagmiddaggebed de grote wassing (ghusl) verricht en zich grondig reinigt, zijn haar invet of zich parfumeert met wat hij in huis heeft, dan naar de Moskee gaat en zich niet tussen twee anderen indringt, vervolgens de Salaat volgens de voorschriften verricht en aandachtig luistert als de imam spreekt, dan wordt hem vergeven wat hij tussen deze dag en de vorige vrijdag heeft misdaan.”
(Bukhari)
16) Abu Hurayra (radiya Allahoe ´anh) beeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (sallallahoe aleihi wa sallam) zei: “Wie op de dag van het ‘Djum’ah Salaat’ een volledig bad (Ghusl) neemt en zich van onreinheden wast en dan op het eerste tijdstip naar de Moskee gaat, is alsof hij een kameel (voor Allah’s welbehagen) geofferd heeft; wie op het tweede tijdstip gaat, is alsof hij een koe geofferd heeft; wie op het derde tijdstip gaat, is alsof hij een kip geofferd heeft en wie op het vijfde tijdstip gaat, is alsof hij een ei geofferd heeft. Wanneer de Imam naar de Mimbar (spreekgestoelte) komt, zijn de engelen aanwezig om naar zijn toespraak te luisteren.”
(Bukhari en Moslim)
17) Taariq ibn As yam zei dat als iemand moslim werd, de de heilige Profeet (sallallahoe aleihi wa sallam) hem het gebed leerde, waarna Hij hem de volgende woorden als smeekbede opgaf: I’Allaahummagh-firlie warham-niee wah-dienie wa ‘aa-finiee war-zuq-nie. “0, Allah vergeef mij, wees mij genadig, schenk mij leiding, welzijn en Uw voorziening (levensonderhoud). “
(Opmerking: Meestal leest men deze smeekbede na de eerste ‘Sadj-dah’ als men even op de hielen gaat zitten waarna men de tweede sadj-dah doet.)
18) Abdu Umama (radiya Allahoe ´anh) zei dat hij de Boodschapper van Allah (sallallahoe aleihi wa sallam) heeft horen zeggen: “Leest de Qur’aan! Want de Qur’aan zal op de Dag van de Opstanding (Qiyamah) van voorspraak zijn voor hen die hem lezen.”
(Moslim)
19) Abdullah lbn Masuud (radiya Allahoe ´anh) heelt overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (sallallahoe aleihi wa sallam) als volgt heeft ge- sproken: “Hij die van Allah’s Boek (de heilige Qur’aan) ייn letter, leest, ontvangt de zegen van ייn goed werk, de verdienste van ייn goed werk is het tienvoudige. Ik zeg niet dat Alief, Laam, Miem, ייn Ietter is; maar Alief is ייn letter, Laam is ייn letter en Miem is ייn letter.”
(Tirmidhi)
20) Abu Sayd Rafie bin Muallaa (radiya Allahoe ´anh) heeft gezegd: “De Boodschapper van Allah (sallallahoe aleihi wa sallam) zei tegen mij: ” Zal Ik jou, voordat we de Moskee verlaten de grootste surah (hoofdstuk) van de Qur’aan Ieren?” En Hij nam mijn hand (in de zijne en we liepen). Toen we op het punt stonden de Moskee te verlaten zei ik: “0 Boodschapper van Allah (sallallahoe aleihi wa sallam) , U heeft werkelijk gezegd; “zal Ik jou de grootste surah van de Qur’aan Ieren?” De edele Boodschapper sprak: “Het is ‘Al hamdu-lillaahi rabbil ‘aalamien (het eerste hoofdstuk van de heilige Qur’aan). Het zijn de zeven herhaaldelijke gelezen verzen en dat is de geweldige Qur’aan die Mij geschonken is.”
(Bukhari)
Afsluitend
Samenvattend, deze 20 hadiths die in het Nederlands zijn vertaald, geven moslims een dieper begrip van hun geloof en hoe ze hun leven beter kunnen leven. Mogen zij dienen als een gids voor iedereen die ze leest, en moge Allah de vertalers belonen voor hun inspanningen. Ameen.