Koran nederlands

De Edele Koran: Heilige boek van de moslims [Samengevat]

In de naam van Allah, de Genadige, de Barmhartige

Wat is de koran (Koran)?

Het woord Koran is uit het woord Qa-ra-‘a gevormd. Het betekent lezen of recitatie. Het volgende vers verduidelijkt dit:

“Voorwaar, het is onze taak hem te verzamelen en voor te lezen. En als Wij hem voorlezen volg dan de voorlezing.”

(AI-Qiyaamah 75:17,18)

Een andere visie hierover is dat het van het woord Qa-ri-ne afgeleid is. Het betekent gelijkenis, dat wil zeggen dat het aantal gedeelten van de Koran lijken op elkaar. De Islamitische geleerde Ash’ari (rahimahu allah) is van mening dat het woord van Qarn is afgeleid en dit betekent iets bij elkaar brengen en samen voegen.

Zeqqaaq daarentegen zegt dat het van Qar-a is: Qar-a betekent verzamelen en aan elkaar toevoegen. Uit het bovenstaande vers kunnen we namelijk ook concluderen dat de naam Koran een Arabische naam is. De benaming Koran is door de Koran (lees Allah (subhanahu wa ta´ala))aan zichzelf gegeven.

Imaam Shafi’i (rahimahu allah) is van mening dat de Koran een eigen naam (net als de andere heilige Boeken, die Thora (Tawrat) of Bijbel (Indjiel) heten) is van een Boek welke door de Profeet Muhammad (salla allahoe aleihi wa sallam) is gegeven.

Er zijn echter uitgebreide beschrijvingen over de betekenis van het woord Koran. Wij zullen een poging wagen om een uitleg te geven op de vraag wat de Koran is:

De bedoeling van de Koran is om de mens uit de duisternis van de onwetendheid te halen en naar het licht van de kennis te brengen. De Koran is geopenbaard aan Muhammad (salla allahoe aleihi wa sallam) , de gezant en de Profeet van Allah (subhanahu wa ta´ala), en is bewaard door het op schrift te stellen en uit het hoofd te leren. De op lezing van de Koran is zeer bijzonder en uniek. De Koran is het woord van Allah (subhanahu wa ta´ala).

De eigennamen van de Koran

In de Koran komen verschillende benamingen voor die aanvullend of verduidelijkend zijn. Volgens sommige geleerden kunnen er wel negentig namen opgesomd worden. Het is echter niet zo dat alle namen apart vermeld hoeven te worden.

De volgende namen zijn in de Koran in plaats van “Koran” gebruikt:

1. KITAAB (Het Boek)

Het woord Kitaab houdt in: schrijven, de letters aan elkaar voegen, verzamelen, de woorden en de zinnen achter elkaar plaatsen, het verplichten van Allah (subhanahu wa ta´ala) en door Allah (subhanahu wa ta´ala) neergezonden bewijsstuk.

“Alif Laam. Miem. Dit is het Boek, waaraan geen twijfel is, een leidraad voor de godvrezenden.”

De Koran kreeg vanaf de eerste Openbaring voldoende aandacht om bewaard te worden. Het werd en wordt niet alleen in de geheugens van de mensen bewaard maar ook op schrift gesteld. De mondelinge overdracht en de schriftelijke overdracht zijn precies hetzelfde. Er is in de eerste verzen van de Koran aandacht besteed om dingen te gaan schrijven.

“Lees voor in de naam van jouw Rabb, die heeft geschapen. Geschapen heeft Hij de mens uit een bloedklonter. Lees voor! Jouw Rabb is de edelmoedige, die onderwezen heeft met de pen. Hij heeft de mens onderwezen wat hij niet wist… “

Surah Al-‘ Alaq 96: 1-5:

“N(uun). Bij de pen en wat zij neerschrijven”.

Surah AI-Qalam (68: 1)

Omdat de Koran verschillende wetenschappen en geschiedenissen aan elkaar koppelt op een unieke wijze, wordt het ook Kitaab genoemd.

2. FURQAAN

Het woord Furqaan kan de volgende betekenissen hebben: onderscheid maken tussen twee dingen, het absolute bewijs, het argument en de maatstaf. Je kunt met de Furqaan de waarheid van onwaarheden en leugens scheiden, ook het goede van het kwade. De Furqaan brengt de mens naar verlichting, en geeft hem bovenal leiding. Met de Furqaan kunnen wij ook de voorgaande heilige boeken (tauraat en indjiel) beoordelen.

In het volgende vers kunnen wij zien dat Furqaan in plaats van “Koran” is gebruikt:

“Gezegend is Degene Die de Furqaan heeft neergezonden naar Zijn dienaar, opdat hij een waarschuwer voor de werelden zal zijn”,

[AI-Furqaan 25:1]

“Hiervoor, als Leiding voor de mensen, en Hij deed de Furqaan neerdalen.”

(AI-i-Imraan 3:4)

3. DHIKR

DHIKR heeft de volgende betekenissen: herinneren, uit het hoofd leren, onthouden, denken aan, met regelmaat herhalen of opnoemen, dankbaarheid tonen, laten weten, uitspreken, adviseren, denken, trotsheid, hoog aanzien, waarschuwen en adviseren. Wij zullen niet alle betekenissen apart behandelen, doch zullen er slechts een enkele belichten.
In het volgende vers zien we hoe het gebruikt wordt in de Koran:

Wij hebben de vermaning (Dhikr) neergezonden en Wij waken erover. “

[AI-Hidjr 15:9]

4. NOER (HET LICHT)

Noer heeft betrekking op innerlijke verlichting, het licht, de glans en de prille natuur en is het tegenovergestelde van de duisternis en onderdrukking. De duisternis wordt in de Koran in meervoud gebruikt omdat het betrekking heeft op al het kwaad. Noer is echter in het enkelvoud gebruikt, omdat de waarheid slechts één kan zijn.
Het woord Noer wordt als synoniem gebruikt in de Koran:

Alief Laam Raa. Een boek dat naar jou is neergezonden opdat jij de mensen met de toestemming van hun Rabb (schepper) uit de duisternis naar het licht (Noer) brengt, naar de weg van de Machtige, de Lofwaardige.”
(Ibrahiem 14: 1)

5. KALAM- KALIMA (HET WOORD )

Kalam betekent beïnvloeden en indruk achterlaten. Het gaat hier om de harten en het brein (geheugen) van de luisteraars. De bundeling van de woorden in de Koran maakt dat de Koran een boek wordt.
In de volgende verzen kunnen wij dit aanschouwen:

“Zo werd het Woord van jouw Heer vervuld in waarheidsgetrouwheid en rechtvaardigheid. Er is niemand die Zijn woorden veranderen kan en Hij is de Alhorende, de Alwetende. ”

(AI-An’aam 6: 115)

“En lees voor wat Ik jou van het boek van jouw Heer heb geopenbaard. Er is niemand die Zijn woorden kan veranderen en buiten Hem kun jij geen schuilplaats vinden.”

(AI-Kahf 18: 27)

De karakteristieken van de Koran

1. De Koran is de waarheid en is van Allah (subahanahu wa ta´ala)afkomstig. Niemand kan een boek gelijk aan de Koran schrijven

Voor de Openbaring (Wahi) aan Mohammad (salla allahoe aleihi wa sallam) begon, leefde hij (salla allahoe aleihi wa sallam) in een stad waar zijn stadsgenoten hem de betrouwbare (al-Amien) noemden. Zijn gedragingen waren opvallend in een gemeenschap waar het kwaad het voor het zeggen had. Toen Mohammad (salla allahoe aleihi wa sallam) de eerste geopenbaarde verzen bekend maakte, noemden zijn stadsgenoten hem een dichter of zeiden dat hij een goochelaar was en zij beweerden dat zij soortgelijke teksten ook konden samenstellen. Maar Allah (subhanahu wa ta´ala) diende hen terstond van repliek:

“En wanneer de tekenen van Allah aan hen worden voorgelezen zeggen zij: wij hebben het gehoord, als wij wilden zouden wij iets dergelijks kunnen zeggen. Dit zijn slechts fabels van hen die er eertijds waren. “

(Surah AI-Anfaal: 31)

Een aantal bekende Mekkanen liep constant achter Mohammad (salla allahoe aleihi wa sallam), als hij iets vertelde aan de mensen zeiden ze dat het allemaal verhalen waren van vroegere volkeren, die vroeger leefden en dat zij betere verhalen konden vertellen. Aan de beweringen van de ongelovigen geeft de Koran een duidelijke antwoord:

“Zeg: als de mensen en de djinn zich zouden verenigen om met net zoiets als deze Koran te komen zouden ze toch niet met iets overeenkomstigs komen, ook al zouden zij elkaar tot hulp zijn. “

(Surah AI-Israa 171 )

De mensen van het boek (de Christenen en Joden van toen en misschien ook nu) beweerden/beweren dat zij soortgelijke boeken konden/ kunnen maken, terwijl zij zeker wisten/weten dat het niet zou kunnen. Hier over lezen we het volgende in de Koran:

“Of zeggen zij: hij heeft het bedacht. Zeker niet, maar zij geloven niet. Laten zij dan met een overeenkomstig bericht komen, als zij waarachtigen zijn. ”

(Surah at-Toer 52: 33-34]

Aan de niet-gelovigen zijn alle middelen ter beschikking gegeven om een soortgelijk boek te maken. De Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) sprak in hun taal en gebruikte hun letters. Ondanks dit zijn de mensen niet in staat (geweest) om een boek gelijk aan de Koran te maken. De mens zou ook niet in staat zijn om een Koran te schrijven. Het gaat niet slechts om recitatie, (akoestiek en harmonie met de oplezing), maar ook gaat het om de boodschap en de behandeling van de boodschap op speciale en indrukwekkende manier.
Sommige hoofdstukken van de Koran beginnen met Huruf-u Mukatta (losse letters). De betekenis hiervan zijn slechts bekend bij Allah (subhanahu wa ta´ala) en aan wie hij deze kennis heeft gegeven.

De Koran geeft een duidelijke beschrijving over zich zelf. Mohammad (salla allahoe aleihi wa sallam) heeft de Koran NIET VERZONNEN!

“Zij die ongelovig zijn zeggen: dit is slechts laster die hij verzonnen heeft en waarbij andere mensen hem geholpen hebben. Zo begaan zij onrecht en onwaarheid. En zij zeggen: fabels van hen die er eertijds waren die hij zich heeft laten opschrijven; zij worden hem Is ochtends en ’s avonds gedicteerd”

(Surah AI-Furqaan 25: 3-4)

Als de mensheid niet in staat is om een soortgelijke boek te maken, hoe zou dan Mohammad (salla allahoe aleihi wa sallam) een boek als de Koran geschreven kunnen hebben? Sterker nog Mohammad (salla allahoe aleihi wa sallam) heeft niet leren schrijven en lezen (van de mensen); Allah was zijn enige leraar. Vanuit dit oogpunt is het voor hem lastiger dat hij een boek als de Koran zou kunnen schrijven, want hij heeft immers nooit op een school gezeten!

In de Koran lezen wij het volgende vers hierover:

“Zeg: Als Allah gewild had, zou ik hem niet voorgelezen hebben en zou Hij hem jullie niet hebben laten weten. En voorzeker, Ik heb een leeftijd lang voo??r hem (de Koran) te midden van jullie geleefd. Hebben jullie dan geen verstand?”

(Surah Junus 10: 16)

2. De Koran is niet het woord van een dichter

Zoals bij ieder bekend, stonden de dichters ten tijde van Mohammad (salla allahoe aleihi wa sallam) hoog in aanzien. Hun gedichten werden met gouden letters geschreven en aan de muur van de Ka’bah opgehangen. De dichters hadden veel invloed op het dagelijkse leven. leder mens kende wel de bekendste gedichten uit hun hoofd, zij konden zelfs bij belangrijke gebeurtenissen ter plekke gedichten maken. Samengevat, de gedichten waren aan de top van de literatuur van het Arabische schiereiland.
De Koran nodigt hen in dit geval op de volgende wijze uit:

“Wij hebben hem de dichtkunst niet geleerd, zij betaamt hem ook niet. Het is niets anders dan een vermaning en een duidelijke Koran”

(Surah Yasien 36:69)

Hadhrat ‘Aa-isja (radya allahu anha), de echtgenote van de Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam), heeft verteld:
De Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) heeft gezegd: Ik beweer bij Allah dat ik geen dichter ben, en ik heb het ook niet nodig. ”
De Koran is geen bundeling van gedichten. En de Koran is ook niet het woord van een dichter of de uitspraak van een waarzegger. Allah (subhanahu wa ta´ala) verwijst in Surah Al-Hakka 69:41,42 hiernaar:

“Het zijn niet de woorden van een dichter. Hoe weinig geloven jullie! En het is niet het woord van een waarzegger, Weinig is de lering die jullie er uit trekken”

Het is meestal zo dat de dichter zijn gedichten of gedachten op kan schrijven. Een gedicht is de uiting van bepaalde gevoelens, het is geenszins de bedoeling dat de dichter kwetsend optreedt.

3. De Koran is NIET het woord van een BEZETENE

De Profeten die voor Mohammad (salla allahoe aleihi wa sallam) zijn geweest, werden door hun tijdgenoten dwazen genoemd, omdat die personen niet in de éénheid van Allah (subhanahu wa ta´ala) wilden geloven. Hierover lezen wij het volgende vers in de Koran:

“En zij zeiden: O jij, aan wie de Koran is neergezonden: Voorwaar, jij bent zeker bezeten”.

(Surah AI-Hidjr 15: 6)

Zo probeerden de Mekkanen hem (salla allahoe aleihi wa sallam) zwart te maken, terwijl zij heel goed wisten wie Mohammad (salla allahoe aleihi wa sallam) was en wat voor boek de Koran was. Allah (subhanahu wa ta´ala) gaf meteen antwoord aan hen:

“U bent dankzij de gunst van uw Rabb geen bezetene…. “

(Surah AI-Qalam 68: 2)

4. De Koran is NIET het woord van een TOVENAAR

Het volgende vers is geopenbaard naar aanleiding van het gesprek tussen de Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) en Walid Bin Mughira:

“En laat Mij maar met hen die Ik alleen geschapen heb en aan wie Ik uitgestrekt bezit gegeven heb en aanwezige zonen. En Ik had voor hem een goede plaats bereid, maar dan verlangt hij van Mij nog meer! Welnee, want hij was tegen Onze tekenen weerspannig. Ik zal hem een ondraaglijke kwelling opleggen. Hij dacht en wikte. Doodvallen kan hij, hoe hij wikte. En nog eens doodvallen kan hij, hoe hij wikte. Toen keek hij. Toen fronste hij en grijnsde. Toen keerde hij de rug toe en was hoogmoedig. En hij zei: dit is slechts toverij die wordt doorverteld; dit zijn slechts de woorden van de mens. . “
(Surah AI-Muddath-thir 74: 11- 25)

Als we in de geschiedenis kijken, komen wij bij mensen terecht die de waarheid wel kenden, maar er niet in geloofden, omdat hun bezittingen, zonen, macht en gezag hen tegenhield.

5. De Koran is zeker NIET het woord van de SATAN

De boodschap van de Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) kreeg steeds meer aanhangers in Mekka; de tegenstanders probeerden met alle middelen dit tegen te houden door gelovigen te martelen en andere tactieken toe te passen om deze boodschap tegen te houden. Zij probeerden allerlei benamingen te bedenken om de boodschap van Mohammed (salla allahoe aleihi wa sallam) ongedaan te maken. Als het ene verzinsel geen acceptatie vond bij de gelovigen dan gebruikten zij weer een andere.

Ze hebben zelfs gezegd dat de Koran het woord is van de Satan (Sjaitaan). En dat de Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) door de Satan werd geïnspireerd. Astaghfierul- La ah, Yaa Rabbi.

De Koranische verzen spreken deze beschuldiging met zoveel woorden tegen. Het volgende vers gaat specifiek hierover:

“Hij is niet gierig met (mededelingen over) het verborgene en het is ook geen uitspraak van de vervloekte satan. ”

(Surah-At Takwier 81: 24-25)

De Satan zou nooit een aandeel gehad kunnen hebben in de Openbaring van de Koran, want de Koran weerspreekt dit op een voortreffelijk wijze:

Niet dan, Ik zweer bij het neervallen van de sterren, en dat is een geweldige eed, als jullie dat maar wisten, dat het werkelijk een voortreffelijke Koran is in een goed bewaard boek dat slechts zij die rein gemaakt zijn zullen aanraken: een neerzending door de Heer aan de werelden.”

(Surah AI-Waki’a 56:75-80)

Als de Koran het woord van Satan zou zijn geweest, dan zouden andere mensen ook een soortgelijk boek kunnen openbaren. Dit heeft tot nu toe niet plaats gevonden en zal ook nimmer kunnen plaats vinden. Allah (subhanahu wa ta´ala) zegt In Surah AI-Maa- idah (5 :3) :

“Heden heb Ik uw Godsdienst voor u vervolmaakt en Mijn gunst aan u voltooid en de Islam voor u als Godsdienst gekozen”.

6. De Koran is NIET geleerd door een mens aan Mohammed (salla allahoe aleihi wa sallam)

Eén van de politieke stappen van de Mekkaanse ongelovigen was, dat zij zeiden dat de Profeet (salla allahoe aleihi wa sallam) alles van een mens had geleerd.

“Wij weten wel dat zij zeggen: het is slechts een mens die hem onderwijst. De taal van hem op wie zij abusievelijk doelen is vreemd, maar dit is duidelijke Arabische taal”

(Surah An-Nahl 16: 103)

De niet-gelovigen wilden maar niet in de Koran geloven en kwamen met verzinselen. Zij wilden hun ego blijven aanbidden en hun wil aan anderen opleggen.

7. De Koran is NIET de vertelling van de GESCHIEDENIS

“Zij die ongelovig zijn zeggen: dit is slechts laster die hij verzonnen heeft en waarbij andere mensen hem geholpen hebben. Zo begaan zij onrecht en onwaarheid. En zij zeggen: fabels van hen die er eertijds waren die hij zich heeft laten opschrijven; zij worden hem ’s ochtends en ’s avonds gelezen. Zeg: Hij die kent wat in de hemelen en wat op de aarde geheim is, heeft het neergezonden; Hij is vergevend en barmhartig. ”

(Surah AI-Furqaan 25: 4-6)

De Mekkanen keken naar de verhalen over de vroegere Profeten (Allah’s vrede en zegeningen zij met hen) en volkeren en daarna zeiden zij dat de Koran maar een vertelling van de geschiedenis is.
Zij wisten echter dat de Koran de waarheid vertelde.

8. Waarom IS DE Koran GEOPENBAARD?

· De Koran is een waarschuwing voor de levende wezens die op dat moment leefden, maar ook voor hen die nog geboren moesten worden.
· De Koran is het middel voor de mens om rechtvaardigheid te creëren.
· De Koran is voor de gelovigen goed nieuws:

“En verkondig de gelovigen de verheugende tijding: dat er voor hen een grote gunst is van Allah… “

(H.Q. 33:47)
  • En voor de niet-gelovigen een waarschuwing.
  • De Koran is een boek om mee te regeren.
  • De Koran is om onenigheden op te lossen en om goed van het kwaad te scheiden.
  • Na de Openbaring van de Koran is het voor de mens niet meer mogelijk zich te excuseren en bij voorbeeld te beweren dat er geen Goddelijke Leiding tot hem is gekomen.
  • De Koran is er om Allah (subhanahu wa ta´ala) te leren kennen en hem te leren aanbidden.
  • De Koran is er om de mens uit de verdoemenis naar het licht te brengen.
  • De Koran is door Allah (subhanahu wa ta´ala) als waarheid geopenbaard

De Koran vertelt ons het volgende:

“Met de waarheid hebben Wij hem neergezonden en met de waarheid is hij neergedaald en Wij hebben u niet anders dan als een verkondiger van goede tijdingen en als een waarschuwer gezonden”.

(Surah AI- Israa 17: 105)

In de voorafgaande hoofdstukken is duidelijk geworden dat Mohammad (salla allahoe aleihi wa sallam) de Koran niet zelf heeft geschreven en geen mens in staat is om een boek gelijk aan de Koran tot stand te brengen. Het komt er op neer dat de Koran alleen door één machtige Schepper neergezonden is. Met het volgende vers komt dit tot uiting:

“Of zeggen zij: Hij verzint het. Zeg: komt dan met tien overeenkomstige sura’s die verzonnen zijn en roept aan wie jullie in plaats van Allah maar kunnen, als jullie gelijk hebben. Maar als zij jullie niet verhoren, weet dan dat het met de kennis van Allah is neergezonden en dat er geen god is dan Hij. Zullen jullie je dan aan God overgeven?”

(Surah Huud 11: 13-14)

De Koran is via DJIBRIEL (RUH’UL AMIN) GEOPENBAARD:

“Zeg (0 Profeet): Wie een vijand van Djibriel is: Voorwaar, hij heeft hem (de Ouraan) in uw hart neergezonden, met toestemming van Allah, als een bevestiging van wat er voor? (geopenbaard) was, en als leiding en als een verheugende tijding voor de gelovigen”.

(Surah AI-Baqarah 2: 97)

“Hem onderwees een groot Machtige”.

(Surah An-Nadjm 53: 5)

“Zeg: de heilige geest zond het van uw Rabb vandaan met de waarheid neer om hen die geloven te sterken en als leiding en goed nieuws voor hen die zich aan Allah overgeven.”

(Surah An-Nahl 16: 102)

“En voorwaar, hij (de Koran) is zeker een nee/Zending van de Heer der werelden. Met hem (de Koran) daalde de getrouwe geest (Djibriel) neer. Op uw hart (0 Profeet), opdat u tot de waarschuwer behoort”

(Surah As-Sju’araa 26: 192-194)

· De Koran is aan de PROFEET MOHAMMAD(salla allahoe aleihi wa sallam) gegeven:

“En zij zeggen: hoe komt het dat deze gezant voedsel eet en op de markten rondloopt? Had er dan niet een engel naar hem neergezonden kunnen worden om samen met hem een waarschuwer te zijn?”

(Surah AI-Furqaan 25: 7)

“En wat de mensen verhinderde te geloven toen de leidraad tot hen kwam was alleen maar dat zij zeiden: heeft God dan een mens als gezant neergezonden.”

(Surah AI-Israa 17: 94)

Waarom is de Koran openbaar?

De Koran is een waarschuwing voor de hele mensheid:

“Opdat hij de levenden zal waarschuwen en opdat het Woord (van bestraffing) voor de ongelovigen bewaarheid wordt”,

(Surah Yasien 36: 70)

Dit artikel is van een student theologie: Recep Canal.
uit het kwartaalblad: AlHayy

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar top